SV | Die man is melaats, hij is onrein; de priester zal hem ganselijk onrein verklaren, zijn plaag is op zijn hoofd. |
WLC | אִישׁ־צָר֥וּעַ ה֖וּא טָמֵ֣א ה֑וּא טַמֵּ֧א יְטַמְּאֶ֛נּוּ הַכֹּהֵ֖ן בְּרֹאשֹׁ֥ו נִגְעֹֽו׃ |
Trans. | ’îš-ṣārû‘a hû’ ṭāmē’ hû’ ṭammē’ yəṭammə’ennû hakōhēn bərō’šwō niḡə‘wō: |
Die man is melaats, hij is onrein; de priester zal hem ganselijk onrein verklaren, zijn plaag is op zijn hoofd.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Die man is melaats, hij is onrein; de priester zal hem ganselijk onrein verklaren, zijn plaag is op zijn hoofd.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!